Het nieuwe werk

03/09/2022 — 05/11/2022

Deze samenwerking met de Karel Appel Foundation was voor mij een lang gekoesterde wens. Je zou deze tentoonstelling, als het ware, kunnen zien als het sluitstuk in het verhaal dat ik tot nu toe als galeriehouder heb mogen schrijven.

Het werk van Karel Appel was voor mij, als kleine jongen, mijn eerste kennismaking met de wereld van de kunsten. Ik zag hoe hij zonder enige vorm van angst de verf op het doek aanbracht. Hij leek het er bijna op te smijten, telkens met verbluffend resultaat. Ik ben het werk van Appel altijd vol bewondering blijven volgen. Zijn werken uit de tijd van CoBrA, de vernieuwing en ontwikkeling tijdens het einde van de jaren ´70 en begin jaren ´80 en de uitdagende rust van zijn latere perioden. Appel is energiek en expressief, misschien zelfs explosief, en toch altijd met een delicate gevoeligheid. De intense kleuren, robuuste figuren en dikke verfstrepen overweldigen de toeschouwer. Het is verleidelijk en makkelijk om te denken dat daar de kracht van zijn werk ligt. Maar met deze gemakzuchtige analyse doet de kijker zowel zichzelf, als de kunstenaar tekort. In al zijn werken, creëert hij een wereld die op zichzelf staat. In zowel het figuratieve, als het abstracte, valt de hand van Appel moeiteloos te herkennen. Hoe langer je naar het werk kijkt, hoe meer je er als toeschouwer onderdeel van wordt. Er is een uitnodiging naar een diepere laag, een doorgang naar een andere realiteit. Het is de zoektocht die van het publiek wordt gevraagd, dat heeft mij altijd gefascineerd.

Appel vraagt deze zoektocht niet alleen van de kijker, maar ook van zichzelf. Het is dan ook logisch dat in zijn oeuvre een grote ontwikkeling te zien is. Aanvankelijk stond hij bekend om het abstract figuratieve. Maar eind jaren ´70 vindt er een ommekeer plaats. Appel legt zijn eigen zoektocht af en komt uit bij het werk van Van Gogh. Hij laat zich inspireren door diens golvende verfstreken. Deze vorm van reflectie en vernieuwing resulteert onder andere in Fields No. 13 dat in 1982, in Museum Boijmans van Beuningen geëxposeerd werd. Het doek hing op ongebruikelijke hoogte. Het werk is abstract, er valt geen enkele vorm of gestalte te herkennen. En toch is het misschien wel het meest expressieve werk tot dan toe. De verfstreken zijn gecontroleerd, maar ritmisch. De compositie is opgeruimd, maar toch spontaan. De kleuren zijn rustiger, maar daarom niet minder uitdagend. Daarmee is het onomstotelijk een werk van Appel. Nu, 40 jaar later, vormt dit werk de kapstok voor de tentoonstelling die van 3 september tot en met 22 oktober 2022 te zien zal zijn in Christian Ouwens Galerie, recht tegenover Museum Boijmans van Beuningen.

Aanvankelijk was ik als kind onder de indruk van de vrezeloosheid en de durf die zijn werken communiceren. Maar naarmate ik ouder werd, raakte ik steeds meer bevangen door de constante drang naar diepgang en vernieuwing die als een rode draad door zijn oeuvre stromen. Daarmee is de betekenis van deze tentoonstelling tweeledig voor mij. Enerzijds vormt het de kroonjuweel op alles wat ik tot nu heb mogen doen, anderzijds is het een uitnodiging om, net als Appel altijd deed, binnen het kader van de galerie verder op zoek te gaan naar de diepere laag.

Kom langs en dompel je onder in de verfstreken van Appel. Laat je transporteren naar een andere wereld. Reflecteer en begin een nieuw hoofdstuk. Ik zal hetzelfde doen.

Christian Ouwens